In het kader van x-aantal-jaar-getrouwd (was reeds enkele
jaren geleden), zoveelste verjaardag, familievakantie en ga zo maar door,
hebben wij afgelopen week een wintervakantie in Frankrijk doorgebracht.
Ik moet zeggen dat ik, als uitgesproken liefhebber van de
zomervakantie, nooit enige behoefte heb gevoeld om een vakantie in de winter te
plannen. Het trok mij niet, je gaat toch geen moeilijk reisomstandigheden en
winterse kou zoeken, waar we dit thuis zo veel mogelijk proberen te vermijden.
Ik zag op tegen de reis, je weet maar niet in welke winterse omstandigheden je
op de wegen terecht komt, ik zag op tegen het koukleumen, ik voorzag al valincidenten
op de met ijs bedekte voetpaden. Dat is natuurlijk ook niet zo vreemd als de
verhalen van files, vastzitten in sneeuwstormen, gebroken en uit-de-kom-geschoten
ledematen, in je geheugen zijn geprent.
Na de enthousiaste verhalen van mijn kinderen en een gedegen
voorbereiding, werd de reis aanvaard, een lange reis van 11 uur, die echter
zonder problemen werd afgelegd. Zelfs de laatste 8o kilometer, welke toch flink
bergop gingen en ons uiteindelijk op een hoogte van 2100 meter brachten, leverden
geen problemen. Na aankomst begon het te sneeuwen en de volgende ochtend lag er
een mooi pak sneeuw, prima voor de sneeuwsporters. De kinderen genoten dan ook
met volle teugen, alle skiliften werden uitgeprobeerd en van de vroege ochtend
tot de late avond waren zij op pad. Wij konden als niet skiërs alleen van
bepaalde liften gebruik maken, het is namelijk niet de bedoeling dat je als
voetganger over de piste naar beneden loopt. Ik neem aan dat je dan menige minder
vriendelijke Franse, Russische of Engelse uitdrukking om de oren vliegt.
Niettemin hebben wij een week lang genoten van de Franse Alpen, prachtig weer,
kilometers-verre-uitzichten, heerlijke terrassen met een lunches in een goeie prijs-kwaliteitverhouding
en prachtige taferelen nabij de liften. Vol verwondering heb ik gekeken naar
beginnende skiërs, die iedere 10 meter een volle hap van de sneeuw namen. Vol
bewondering keek naar die kleine mensjes onder de 5 jaar, die zonder vrees over
de moeilijkste hellingen skieden. Met leedvermaak keek ik naar skiërs welke, op
die zware en stijve skischoenen met een onnatuurlijke swing over de terrassen
schuifelden of de snowborders, die op een been, hun snowbord achter zich
aanslepend, de liften probeerden te bereiken. Met afgrijzen keek ik naar de
feestgangers, die halfdronken tijdens de vallende duisternis nog een laatste
keer van de piste zwabberden. Met een moe hoofd werd ik ’s nachts wakker van de
lallende en zingende Engelsen, die te diep in het glaasje gekeken hadden. Maar
vooral heb ik van het winterse gebeuren in z’n geheel genoten.
Niet dat ik nu voor volgende winter een reis naar een
wintersport gebied ga boeken, zo groot is mijn liefde voor dit gebeuren niet
gegroeid. Het spreek woord zegt echter: ‘Zeg nooit, nooit’, dus mocht ik ooit nog
een keer op wintervakantie vertrekken, dan is mijn voorwaarde, dat ik een paar
skiën onder mijn benen moet kunnen beheersen.
Omdat plaatjes natuurlijk heel veel meer vertellen dan
woorden …..