maandag 29 februari 2016

Quabeeksgrub

Nadat we weken over modderige wegen en door overstroomde holle wegen 'gesjraveld' hebben, kozen we gisteren voor droge voeten met de VVV-wandeling in Jabeek en Bingelrade, de zogenaamde Quabeeksgrub-wandelroute.

Het grootste gedeelte van deze wandeling gaat over verharde wegen en prachtig aangelegde betonpaden. Laatstgenoemden zijn regelmatig voorzien van diverse diersporen. Niet dat verharde wegen en het daarop rijdende verkeer onze voorkeur heeft, maar na een aantal natte wandelingen, was dit toch zeer aangenaam. Daarnaast biedt deze wandeling veel interessante zaken, zoals mooie vergezichten, de waterput bij de brouwerij 'De Maar' in Jabeek, de Roode Beek met de meetgoot, het Vliegende Hert (als je geluk hebt), wegkruisen, een puthuisje uit 1664, enzovoorts.

Na de wandeling rondom Jabeek gingen we in Schinnen op zoek een lunchgelegenheid, dit werd echter een deceptie. Hier kregen we het keiharde bewijs dat het spreekwoord 'Wie goed doet, ook goed ontmoet', niet altijd de waarheid is. Wat was het geval: de parkeerplaatsen ter plekke zijn redelijk beperkt, de in- en uitrit is zo smal, dat slechts een voertuig hiervan gelijktijdig gebruik kan maken. Daarom verleenden wij een vertrekkend voertuig  voorrang, om ruimte te maken reden we een stuk terug tot op de openbare weg. Toen de inrit vrij was, kwamen van de tegenovergestelde richting twee auto's aangereden, die pontificaal de inrit inreden en op zoek gingen naar een parkeerplaats. Enigszins verbouwereerd over dit ego-gedrag, reden wij als derde naar binnen. Natuurlijk werd het onbeschofte gedrag beloond, nummer een kreeg een mooie parkeerplaats. Nummer twee dacht ook plek te vinden, maar reed zich volkomen klem. Wij gingen op een iets breder gedeelte van de inrit aan de kant staan, hopende dat er intussen toch nog ergens een plekje vrij zou komen. Nummer twee zat in de fuik, vond geen plek en na enig gemanoeuvreer, kon hij de parkeerplaats verlaten. Echter niet voordat hij, met een kwaaie kop, mij asociaal gedrag had verweten. Blijkbaar vond hij dat ik zijn rijkwaliteiten overschatte en te weinig ruimte had gelaten. Toen ook wij geen plek vonden, vertrokken wij richting Benzenrade, hopende daar een lunchplekje te vinden. Bij aankomst werden wij geconfronteerd met een groep van vijfentwintig wandelaars, die plek zochten op het reeds druk bezette terras. Hier zou lunchen vermoedelijk avondeten worden.

Uiteindelijk maar besloten om thuis te lunchen met een lekkere kop soep en zelfgebakken brood. Intussen onderzoeken wij de mogelijkheid om op vrijdag te wandelen, mogelijk dat we dan meer kans hebben op een parkeer- en/of terrasplek.