Vaak zie ik politiek
rekenwerk waarvan mijn wenkbrauwen fronsen. Vorige week was er weer zo’n krantenartikel
waarbij de wenkbrauwen flink moesten werken. Het artikel startte met een
waarheid als een koe: ‘Water stroomt van
hoog naar laag’. De toevoeging dat dit in het Heuvelland ook zo is en dat
water zich niets van gemeentegrenzen aantrekt, waren de koeien nummer twee en
drie. Ik meen vanwege mijn vroegere studie én werkzaamheden te mogen
concluderen dat die drie koeien bij mij en mijn voormalige collega’s al op stal
stonden. Vaak, heel vaak werd dan ook vanaf de werkvloer geprobeerd overleg over
water en waterbeheer vlot te trekken. Maar helaas is de praktijk heel stroperig,
veel stroperiger dan water. Dat voorgaande ook geldt voor andere onderwerpen is
koe nummer vier.
Terug naar het artikel en
de inhoud. Zes aparte gemeenten maken, in samenwerking met het Waterschap en de
WML, één gezamenlijk waterplan. Vervolgens wordt dit totaalplan terug vertaald
naar zes lokale plannen. Hierdoor “…
kunnen we efficiënter en goedkoper werken: dingen die je voorheen zes keer
deed, doe je nu nog maar een keer.” Mijn wenkbrauwen vragen zich dan af of
die rekensom klopt? Waarom zou je het totaalplan, dat werd samengesteld door
zes plus twee ‘partners’, weer splitsen in zes lokale plannen, met zes keer een
Raadsbesluit en krijgen we vervolgens zes keer voorbereidend werk, zes
aanbestedingen, zes uitvoeringen, zes ….? Ergens zal een samenwerkingsproces
natuurlijk moeten beginnen, maar ik heb vaak een vreemd wenkbrauwgevoel bij het
rekenwerk dat de voor- en nadelen van de plannen becijfert. Eén grote stap
vooruit en vervolgens weer zes stappen terug, is geen echte vooruitgang, dat is
water naar de zee dragen. Misschien moet men de gemeenten wel ontheffen van hun
‘waterzorg’ en bijvoorbeeld het Waterschap dat ene totaalplan voor het
Heuvelland laten uitvoeren?
Samenwerking is prima en
doe het vooral daar waar het kan, maar dan wel effectief en kostenbesparend. Als
je echter voor het grotere geheel gaat, moet je als lokale politiek een stukje
autonomie afstaan en daar zit waarschijnlijk ook de pijn. De vraag die je dan als
volksvertegenwoordiger ook in dit geval moet beantwoorden is: Wat is beter voor
de mensen die ik vertegenwoordig, een stukje autonomie verliezen of in dit geval
een totaal (water-/riolerings)plan voor heel het Heuvelland?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten