Als je
probeert in te leven in andermans leven, zal je ontdekken dat dit niet zo
eenvoudig is. Iedereen voelt, hoort, ziet en beleeft onze gemeenschappelijke
wereld op zijn of haar eigen manier.
Afgelopen
weken heb ik een aantal kunstmanifestaties bezocht. Om deze te kunnen
onthouden, heb ik een groot aantal foto’s gemaakt. “Waarom” vroeg in
collega-bezoeker, “waarom maak je van zoveel kunstvoorwerpen foto’s?”. “Om te
onthouden”, was mijn antwoord, “simpel om thuis nog een keer het kunstwerk te
kunnen herbeleven, om te proberen te ontdekken wat de kunstenaar met zijn werk
bedoeld heeft. Maar ik probeer ook door mijn fotografische interpretatie,
anderen weer aan het denken te zetten of gewoon een stukje geluk en plezier
over te brengen”. Zijn blik verraadde dat mijn antwoord niet binnen kwam, hij verkeerde
in een andere wereld. Een kunstwerk verder, een ziekenhuisbed met daarin een
‘mens’ gevormd van afval, purschuim en elektronicadraden, met de naam
‘Zelfportret’, ontlokte bij dezelfde man een verbijsterd gezicht en de
uitspraak ‘dat je op die manier geen zelfportret kunt maken’. Nee, ik zou
inderdaad ook een ander uitvoering kiezen, maar blijkbaar verkeerde de
kunstenaar in een heel andere wereld en wilde dit met ons delen. Aan de andere
kant, hij had ons wel te pakken, wij stonden minuten lang met vier mensen te
praten over zijn kunstwerk, zijn wereld. En dat is al een prestatie op zich,
want een onderzoek van de Kunsthal wees uit dat wij gemiddeld slechts negen
seconden naar een kunstvoorwerp kijken.
De bezochte
manifestaties (Manifest 09 te Genk en Mindmap te Venray) bevonden zich op heel
aparte locaties, de eerste in een oud mijngebouw in de buurt van Genk, de ander
in de diverse gebouwen van voormalige psychiatrische instellingen St. Anna en St.
Servatius. Wat een verschillen en wat een overeenkomsten. Op beide locaties werd
gegraven, in Genk in de grond naar kolen, in Venray in de hersenen op zoek naar
andermans wereld. De kleding op beide locaties is te vatten in de term ‘uniform’,
bij de ene was dit zwart als de nacht, bij de ander kraak helder wit. Als je
kijkt naar de omstandigheden zijn er eveneens overeenkomsten en verschillen: kwam
je uit een mijnwerkersmilieu, dan ging je ondergronds en werkte in zware,
gevaarlijke en erbarmelijke omstandigheden, vertoonde je ‘afwijkend’ gedrag,
dan ging je voor 63 jaar achter slot en grendel en werd vaak op de meest
gruwelijke manieren ‘behandeld’. Achteraf zijn dit bizarre taferelen, uiteraard
moet je dit alles wel zien in het perspectief van de tijd waarin het zich
afspeelt en je conclusies en lering daaruit trekken.
Overdonderd
door indrukken en emoties reden we na het bezoek aan Venray terug naar huis,
ergens tussen Roermond en de autoweg. Het is de weg waar opvallend veel huisjes
rode neonverlichting torsen en de zogenaamde dames van lichte zeden, zwaar
moeten werken. Een versluierde wereld. Het was nog vroeg in de avond en de bezoekers
verbleven blijkbaar nog in hun ’thuis-wereld’, er waren weinig auto’s op de
parkeerplaatsen te bekennen. Tot huisje nummer zoveel, daar stonden honderden
auto’s, deze zaak moest dus wel een goudmijntje zijn, zoveel klandizie. Totdat
wij het reclamebord zagen, geen ‘De Limburgse Wallen’, geen ‘Sneeuwwitje’, maar
‘Janssens Auto Occassions’! Mooie wereld, onze wereld, zij bestaat gelukkig uit
allemaal verschillende werelden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten