vrijdag 29 maart 2013

Natuur



Misschien is 'het weer' de nummer een van gespreksonderwerpen, maar dé natuur hoort zeker bij de top tien. Een onderwerp met vele invalshoeken en dus ook veel meningen.
 
Als je een willekeurige krant van afgelopen weekend er bij neemt, tref je daar een aantal artikelen, die gekoppeld aan elkaar, een beeld opleveren, waarin de mens denkt de natuur naar zijn hand te kunnen zetten. Het eerste artikel beschrijft het wel/niet gebruiken van strooizout op de wegen door het Vijlenerbos. De voorstanders, voornamelijk de gevestigde horeca, wil tijdens de sneeuwperiode strooien, dan kan namelijk de klandizie met de auto tot op het terras rijden. Tegenstanders denken dat zout in het bos niet thuis hoort. Een tweede artikel schildert hoe men de straatverlichting in bepaalde buitengebieden voorzien heeft van groen, in plaats van wit licht. Niet alleen de straten tussen de dorpen, ook de wegen door de bossen zijn ’s nachts van dit fenomeen voorzien. Het derde artikel vertelt hoe een gemeente zes ton subsidie van de Provincie krijgt om een stuk gekanaliseerde Geul weer de vrije loop te geven. Een laatste artikel vat in een 4-tal woorden het geheel simpel en duidelijk samen: ‘Elk landschap is mensenwerk’. 
 
Afgelopen dagen heb ik een flink aantal kilometers door Nederland gereisd. Afgezien van een half uurtje file, zie je een groot aantal landschappen, de heuvels in het zuiden en hoe noordelijker je komt, hoe platter het wordt. Je bent dan in een gebied dat meters onder zeeniveau ligt en in feite onder water zou moeten staan, ware het niet dat de mensenhand hier een stokje voor gestoken heeft in de vorm van wallen van vette klei. Met de artikelen van de krant nog vers in mijn hoofd bekeek ik het landschap en moest toegeven, zeker het Nederlandse landschap is mensenwerk. Vaktechnisch gezien zijn het vaak meesterwerken. Het kan ook bijna niet anders, we kunnen niet meer jagen met pijl en boog, landbouw is niet mogelijk als de akker iedere voorjaar onder water staat, schepen bereiken de haven niet meer als de waterweg te veel bochten heeft, laat staan dat een Boeing 747 kan landen op een zandpad. Geen enkele plek is nog puur natuur, overal is de invloed van de mens te herkennen. En die invloed is soms van betoverde schoonheid, de strakke polderlandschappen met de wereldvermaarde Hollandse luchten, de Hanzesteden langs de IJsel, de stoere windmolens, de door zandwinning ontstane idyllische meren en ga zo maar door. Toch verlangen we ook terug naar de oude landschappen, we willen recreëren aan rustiek meanderende wateren, polders moeten af en toe onder water staan, we willen sneeuw in en rond de bossen, maar ook goed bereikbare en verwarmde terrassen, we willen natuurijs en de daarbij horende Bruegheliaanse taferelen. Wij willen ……

Het feit is dat wij willen bepalen hoe onze omgeving er uit moet zien en eigenlijk kun je dan niet meer spreken van natuur, het zijn landschappen, grote tuinen, door landschapsarchitecten vorm gegeven. Het bos moet dus blijkbaar wennen aan zout in de wintermaanden en groen licht tijdens donkere nachten, de Geul zal de ene keer gekanaliseerd zijn, de andere keer mogen meanderen en dat alles als het de mens van pas komt. Waar we voor moeten waken, is dat niet altijd de menselijk maat bepaald, uiteindelijk zal onze moeder aarde beslissen hoe een en ander er uit zal zien. De mensen mogen dan misschien de details bepalen, moeder aarde bepaald de grote lijnen.

zondag 17 maart 2013

Verkopers



Door diverse veranderingen aan en in ons huis is er behoefte aan een nieuwe eettafel. In het dagelijks gebruik voldoende voor vier personen, maar we moeten er ook gemakkelijk 8 tot 10 personen aan kwijt kunnen. Een tafel met vele gezichten dus. 
Nu heb ik iets met tafels, heb er inmiddels zelf enkele gemaakt en ben allergisch voor wiebelende tafels. Op de camping kan ik het verdragen, maar op andere plekken schiet ik in de stress als de tafel bij de geringste aanraking beweegt en de vloeistoffen als een tsunami uit het glas of bord klotsen. Het eerste wat ik dan ook bij een mogelijk kandidaat tafel doe, is er even met de hand een duwtje in de lengterichting aan geven. Bij iets van schommeling, loop ik straf door, die tafel, hoe gelikt ook, valt af. Op zo’n moment vraag ik mij af: “Heeft de ontwerper van dat wiebelend gevaarte ooit aan een tafel gezeten?” 

Afgezien van wiebelende tafels, ben ik ook allergisch voor verkopers. Niet die professionele verkopers, maar die zwaan-kleef-aan en voet-tussen-de-deur verkopers. Bij het betreden van de winkel staan ze op een strategische plek, de deur met argus ogen in de gaten houdend, spiedend naar mogelijke kopers. Nu ben ik mij ervan bewust dat ik een van hun problemen vorm, ik ben namelijk op zoek naar nieuwe spullen, nu even een tafel, maar eigenlijk maakt het niet uit welke spullen het zijn, ik ben op zoek. Ik ben zeker niet op zoek naar een verkoper, ik wil ze niet zien, of beter gezegd, ik wil ze alleen maar zien als ik daar behoefte aan heb. Dus zaterdag was het weer zo ver, wij, mijn lief en ik, waren zoekende en met ons heel weinig andere potentiële klanten. De economie zit in een dal, de omzet daalt, de mensen hebben geen geld of geen zin om geld uit te geven. Hoe dit nou precies in de verkoopbusiness werkt, weet ik niet, maar er waren meer verkopers dan klanten en zo te zien verveelde men zich stierlijk. Dus iedere klant kreeg de volle aandacht, vele paren loerende verkopers-ogen gingen richting deur en taxeerden. En altijd komt er dan die standaard vraag (schriftelijke cursus verkoper, les 1 bladzijde 7): “Kan ik u helpen?” De rillingen lopen dan over mijn rug, gggrrrrrr! Wij hebben inmiddels het standaard antwoord klaar (schriftelijke cursus koper, les 1, bladzijde 7): “We kijken even rond!!!” Dan krijg je meestal toestemming (!!!!) om rond te kijken, maar altijd het irritante advies, dat als er vragen zijn, zij ten alle tijden bereid zijn je een antwoord te geven. Vervolgens scheuren zij weg achter een of andere schutting. Ik weet niet hoe vaak ik zaterdag deze procedure doorlopen heb, maar ik werd moe, moe en nog eens moe. Komt ook nog bij, dat als je een vraag hebt, ze niet te vinden zijn achter die schuttingen, ze het antwoord niet weten, even een informatieklapper moeten halen, zich suf zoeken in de onduidelijke documentatie, moeten toegeven dat je vraag wel moeilijk is en je verzoek door de leverancier helaas niet is in te willigen. 

Het meest irritant was echter de verkoper bij het bedrijf dat begint met een hoofdletter S en eindigt op anders. “Kan ik u helpen?”, “Wij kijken even rond!!!”, “Waar bent u naar op zoek?” Een vraag te veel manneke, ik liep al door. Helaas was mijn lief zo galant om de overbodige vraag toch te beantwoorden, “Wij zijn op zoek naar een tafel”. Ik was al drie virtuele woonkamers verder en hoorde de zwaan-kleef-aan maar vragen stellen. Sorry hoor, maar dan ben ik vertrokken. Ik kan het ook niet helpen dat jullie met z’n vijven in de winkel staan, er geen publiek is, jullie inmiddels alle wereldse en huiselijke beslommeringen besproken hebben en de verveling heeft toegeslagen. Ga op een mooi bed liggen, doe een tukkie of overdenken hoe dit verder moet, maar laat mij met rust. Ik ben op zoek naar een uitschuifbare en niet wiebelende tafel, daar kan geen bemoeizuchtige, vragen stellende verkoper meer bij.