dinsdag 28 mei 2013

Herhaling



Herhaling is een van de principes om zaken te leren of te onthouden. In het onderwijs maakt men er gebruik van, maar ook de reclame weet daarmee producten in ons onderbewustzijn te stampen. Het is dus van alle tijd en elke plaats.

De laatste tijd word ik echter, los van bovengenoemde situaties, behoorlijk geïrriteerd van het herhalen. Wat is het geval? Als wij ons maaltijdje gekookt hebben en we redden dit voor 6 uur ’s avonds, dan ploffen wij vaker op de bank en nuttigen onze maaltijd voor de tv. Ja, ik weet het, het is niet goed, men zegt dat het ongezellig is en sommigen beweren zelfs dat het ongezond is, want men zou het eten ongemerkt naar binnen schuiven, onvoldoende kauwen en te veel eten. Ze hebben gelijk, is allemaal waar, maar ons bevalt dit wel. We genieten van onze gezonde maaltijd en stellen ons middels het Zes-uur-journaal, EenVandaag en de korte versie van NOS StudioSport op de hoogte van de nieuwste feiten en de sportieve ontwikkelingen. Het is in feite een kwestie van timesharing, meerdere zaken gelijktijdig ten uitvoer brengen. Nu word ik, zoals ik al zei, de laatste tijd behoorlijk kriebelig van de herhalingen. De regisseur van Nederland 1, ik vermoed dat deze de vakschool voor reclame heeft afgerammeld, smijt met herhalingen. Misschien dat hij/zij denkt dat ik vergeetachtig ben, hetgeen mij nog bozer maakt. Het begint al om klokslag zes uur. Het Journaal moet beginnen, maar men start met te vertellen wat men denkt, na het Journaal, in EenVandaag, te behandelen. Dan volgt het Journaal. Hierna kondigt men aan wat voor onderwerpen er na de reclame in EenVandaag aan bod komen. Misschien zijn zij het vergeten, maar ik weet nog wat men mij 15 minuten geleden ook al verteld heeft! Na de reclame, wordt nog even aangestipt wat er zo meteen in EenVandaag te zien is. Mensenlief, de reclame duurde nauwelijks 5 minuten, daar heeft men mij al volgepompt met herhalingen. Dan start EenVandaag met het eerste van de vier items. Na het derde onderwerp vallen we echter weer in herhaling. Men schakelt men over naar de studio van NOS StudioSport, alwaar de dienstdoende meneer/mevrouw mij aan de buis probeert te kluisteren door te vertellen wat er voor sportonderwerpen aan bod komen. Meestal wordt dit ondersteund door beelden, welke ik vijf minuten later weer ga zien. Vervolgens terug naar EenVandaag, het vierde onderwerp wordt behandeld, waarna men af sluit met aan te kondigen welke spannende zaken men morgen gaat tonen, ik geloof in het reclamejargon noemt men dit een cliffhanger. Daarna herhaalt de reclame zichzelf en NOS StudioSport begint met te vertellen welke onderwerpen er in pakweg 2 à 3 minuten geshowd worden. Dan eindelijk de sport, waarvan ik al een groot gedeelte in de ‘voorbeschouwing’ al heb gezien.

Nu weet ik ook waarom de presentatoren van EenVandaag en StudioSport iedere week wisselen, dit herhalen houdt niemand lang vol. Ik denk dat deze beroepsgroep na de uitzending, tijdens het afschminken, het verhaal keer op keer vertelt, dat deze thuis, de huisgenoten tot vervelens toe bombardeert met te herhalen wat er die dag gebeurd is. Ik verwacht zelfs dat zijn/haar kroost allemaal dezelfde voornaam hebben. Maar dat maakt allemaal niet uit, ik word er kregelig van, ik word er kriegelig van, echt kriebelig. Verdulleme ik begin in herhaling te vallen.

maandag 6 mei 2013

Geluk



Soms heb je van die momenten, die met geen pen te beschrijven zijn. Toch een poging.

Hoewel ik van huis uit groene vingers meegekregen moét hebben, mijn ouders beleefden het ‘boerenleven’ en dat speelde zich voor een groot gedeelte buitenshuis en dus ook in de tuin af, heb ik in de eerste dertig jaren van mijn leven groen voornamelijk gezien als stoffering van de buitenwereld. In de aller-vroegste jaren van mijn bestaan paste groen op het eetbord zelfs helemaal niet in mijn wereld, groen was voer en dus voor de beesten in de wei, het bos, eventueel de stal. Op mijn bord … no way! Later, als ’eigenaar’ van een door de Rabobank gefinancierd huis, kreeg ik er een stukje tuin bij, niet veel, maar er was tuin. Ik heb toen deze tuin bekleed met trottoirtegels, het werd een grijze vlakte. Een voorval dat mijn vader, al filmend, tot de uitspraak verleidde dat: ‘Iedereen grond ín zijn tuin rijdt, maar Sjef rijdt grond úit de tuin”. Als iemand nog bewijs wil zien, ik heb de VHS-video nog.
Weer vele jaren later mochten wij het rijtjeshuis vervangen door een vrijstaande bungalow, met daarbij een vette duizend vierkante meter aan tuin. Voor iemand met een grijze tuin een mega uitdaging, maar ergens zijn de weggestopte groene zaadjes van mijn ouders toen wakker geschrokken en ontwikkelde ik het groene gevoel. Het in de tuin bezig zijn (ik noem het intussen geen werken meer), is bijna therapeutisch en een van mijn grootste tijdsbestedingen. En daar gebeurde ook zo’n moment, dat met geen pen te beschrijven is. Lopend over het tuinpad, gereedschap in de handen, moest ik stoppen. Nee, ik moest niet stoppen, het gebeurde gewoon, buiten mijn eigen wil stopte ik, keek om mij heen en werd overweldigd door een zwevend, stralend, gewichtloosheidsgevoel van vrijheid, geluk en het luchtledige. Niet dat ik blij of vrolijk werd van één speciaal onderdeel, één bloem, één plant, één vogel, het was completer, een allesoverheersend gevoel. Een klein moment, waar de termen hemels, paradijselijk, nirwana bij passen, zo’n moment waarvan je beseft dat je even niet op deze aarde was en dat je daar weer een hele tijd mee vooruit kunt.

Even later ben je dan terug op aarde, vervuld van een geluksgevoel, gereedschap in de handen, staande op het pad, waar het kruid tussen de stenen omhoog schiet, terug in je hemelse, paradijselijke nirwana-tuin.

donderdag 2 mei 2013

Smal



De lente is in het land, zaadjes worden weer in de grond gestopt en de vaste planten groeien als kool. De boeren en loonwerkers zijn met volle energie op weiland en akker aan het werk om straks te kunnen oogsten.

Op zich is dat allemaal iets om vrolijk van te worden. De natuur doet de best om ons van voedsel te voorzien, de boer en loonwerker heeft werk en wat wil je nog meer in deze woelige tijden. Je wordt er niet alleen vrolijk van, enige dankbaarheid is zeker gepast, want de boer zorgt voor voedsel op onze tafels, zoals Ry Cooder dat zo treffend bezingt in ‘Taxes on the farmer feeds us all’: 
‘The farmer is the man who feeds us all, 
If you only look and see, 
I know you will agree,
That the farmer is the man who feeds us all’.
Als ik tekst lees of hoor, zie ik de weidse graanvelden in Noord-Amerika en gigantisch maaimachines  in formatie van vier of meer over de prairie scheuren. Een prachtig gezicht en ook noodzakelijk als we al die hongerige monden willen vullen. Het wordt echter minder leuk als die immense apparaten ook hun intreden doen in Nederland en zeker in ons kleinschalig Zuid-Limburg. Nu rij ik zelf ook niet de kleinste auto, maar op onze mooie landelijke wegen, waar 60 kilometer per uur als maximum gehanteerd wordt, overvalt je toch een angstig gevoel, als je een batterij van dergelijk mastodonten tegen komt. Regelmatig moet ik, maar ook andere autobezitters, met de rechter wielen diep in de berm duiken om te voorkomen dat je door menshoge rubberwielen wordt overreden. Gaan zij dan zelf niet aan de kant? Jawel, ze schuiven best wel een beetje, dat is goed te zien aan de bermen, welke elke week verder afbrokkelen door dit rubbergeweld en de wegkant, welke volledig aan puin gereden worden. Natuurlijk willen die chauffeurs, waarvan sommigen nauwelijks boven het stuur uit komen, geen problemen veroorzaken, zij moeten immers uren maken en ieder uurtje ‘problemen’ is een factuurtje minder.

Voor mij mag het dan toch iets kleinschaliger. Natuurlijk probeer je meer meters in een keer te bewerken, de productiesnelheid op te voeren, het werkproces te verbeteren en daardoor effectiever te werken, maar moeten we dan ook niet onze wegen hier op aanpassen, meer asfalt neer leggen? Misschien wel, want dan lost het probleem zich vanzelf op, meer asfalt geeft automatisch minder landbouwgrond en dus zijn er minder landbouwmachines nodig. Aan de andere kant, asfaltmachines en de sneeuwschuivers zijn ook niet de kleinste!