vrijdag 22 december 2017

Romeise Katakomben

Een indruk krijgen van de Romeinse wereld rondom de derde en vierde eeuw na Christus kun je op diverse manieren. Je neemt een tijdschrift of boek, je boekt een reisje naar Rome of je gaat naar Valkenburg aan de Geul. Dat laatste zal je mogelijk verbazen, want het Romeinse Rijk heeft deze streken wel beroerd en je vind hier en daar nog wel een aanwijzing in die richting, maar om nou echt even fysiek in die tijd te duiken, lijkt zo dicht bij huis een onmogelijke optie. Zo dacht ik ook tot gisteren, totdat ik onder leiding van een enthousiaste en deskundige gids werd rondgeleid in de Romeinse Katakomben te Valkenburg aan de Geul. Thuis in het Zuid-Limburgse Mergelland, ben ik uiteraard bekend met ons ondergronds verleden, de mergelgrotten en de blokbrekers, ik was echter totaal onbekend met het fenomeen dat een telg uit het rijke geslacht Diepen even na 1900 hier perfecte kopieën van gedeelten van de katakomben in Rome had laten bouwen. Door een verwijzing naar de 'WISH Lichtexpositie' ontdekte ik het Museum Romeinse Katakomben.
Ik ga hier niet vertellen wat er allemaal te beleven is, ik denk dat mijn foto-impressie genoeg verteld. Voor verdere informatie verwijs ik dan ook graag naar de website van het Museum Romeinse Katakomben (www.katakomben.nl).

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


vrijdag 17 november 2017

Politiek rekenwerk



Vaak zie ik politiek rekenwerk waarvan mijn wenkbrauwen fronsen. Vorige week was er weer zo’n krantenartikel waarbij de wenkbrauwen flink moesten werken. Het artikel startte met een waarheid als een koe: ‘Water stroomt van hoog naar laag’. De toevoeging dat dit in het Heuvelland ook zo is en dat water zich niets van gemeentegrenzen aantrekt, waren de koeien nummer twee en drie. Ik meen vanwege mijn vroegere studie én werkzaamheden te mogen concluderen dat die drie koeien bij mij en mijn voormalige collega’s al op stal stonden. Vaak, heel vaak werd dan ook vanaf de werkvloer geprobeerd overleg over water en waterbeheer vlot te trekken. Maar helaas is de praktijk heel stroperig, veel stroperiger dan water. Dat voorgaande ook geldt voor andere onderwerpen is koe nummer vier.

Terug naar het artikel en de inhoud. Zes aparte gemeenten maken, in samenwerking met het Waterschap en de WML, één gezamenlijk waterplan. Vervolgens wordt dit totaalplan terug vertaald naar zes lokale plannen. Hierdoor “… kunnen we efficiënter en goedkoper werken: dingen die je voorheen zes keer deed, doe je nu nog maar een keer.” Mijn wenkbrauwen vragen zich dan af of die rekensom klopt? Waarom zou je het totaalplan, dat werd samengesteld door zes plus twee ‘partners’, weer splitsen in zes lokale plannen, met zes keer een Raadsbesluit en krijgen we vervolgens zes keer voorbereidend werk, zes aanbestedingen, zes uitvoeringen, zes ….? Ergens zal een samenwerkingsproces natuurlijk moeten beginnen, maar ik heb vaak een vreemd wenkbrauwgevoel bij het rekenwerk dat de voor- en nadelen van de plannen becijfert. Eén grote stap vooruit en vervolgens weer zes stappen terug, is geen echte vooruitgang, dat is water naar de zee dragen. Misschien moet men de gemeenten wel ontheffen van hun ‘waterzorg’ en bijvoorbeeld het Waterschap dat ene totaalplan voor het Heuvelland laten uitvoeren?

Samenwerking is prima en doe het vooral daar waar het kan, maar dan wel effectief en kostenbesparend. Als je echter voor het grotere geheel gaat, moet je als lokale politiek een stukje autonomie afstaan en daar zit waarschijnlijk ook de pijn. De vraag die je dan als volksvertegenwoordiger ook in dit geval moet beantwoorden is: Wat is beter voor de mensen die ik vertegenwoordig, een stukje autonomie verliezen of in dit geval een totaal (water-/riolerings)plan voor heel het Heuvelland?

zondag 20 augustus 2017

Opening Cultura Nova

Heerlen, Cultura Nova, openingsvoorstelling 'Firebirds' door Theater Titanick op vrijdag- en zaterdagavond. Een openingsnummer op twee dagen? Ja, als het openingsnummer zo massaal is, bijna de gehele binnenstad van Heerlen in beslag neemt, zo veel mensen op de been brengt, dan moet je het wel over twee avonden verdelen. Geslaagd? Ja, ik denk het wel. Natuurlijk raken we door de hoeveelheid van dit soort enorme shows een beetje verwend, dus de eerste ervaring met dit fenomeen blijft vaak het meest indrukwekkend, maar toch, het blijft altijd verrassen hoe deze artiesten het voor elkaar krijgen. Met enorme apparaten, muziek, vuur en spektakel, een binnenstad en ook het luchtruim uren lang in hun bezit te nemen en het publiek steeds weer te boeien. Ik blijf het indrukwekkend vinden. Zelfs de regen kon me deze keer niet weg treiteren. Daarnaast in een voormalig warenhuis in alle stilte kunnen genieten van de kunst van graffiti-artiesten en hun materialen.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

dinsdag 8 augustus 2017

Ikke



Ik heb het grote geluk dat ik heel vaak met mijn moeder kan kletsen over vervlogen tijden. Zij is ver in de negentig en haar herinneringen van de tijd voor WO2 boeien mij enorm. Mocht je nou denken daar komt weer zo’n verhaal van ‘vroeger was alles beter en gezelliger’, dan heb je het behoorlijk mis. Het was toen anders, het was hard werken voor het dagelijkse brood (geen van negen tot vijf mentaliteit), de leefomstandigheden waren meedogenloos (in ieder huis was er wel een te vroeg overleden kind), de sociale controle binnen de kleine leefgemeenschappen was duidelijk aanwezig (laat zich raden of men daar altijd blij mee was?). Maar er was toen een dingetje minder nadrukkelijk aanwezig, een dingetje dat ik de laatste tijd steeds vaker zie, namelijk ‘ikke’.

Ikke eerst, ikke ben het centrum en alles draait om mij. Wil je een voorbeeld? Ik sta met de aanhanger tuinafval in de rij voor het milieupark in Margraten. Daar moet je links van de weg in de rij staan, dat op zich is vreemd, maar intussen is daar iedereen aan gewend. Helaas zijn de diverse uitgangen van het park ook aan de linker kant, dus moet je voor het uitrijdend verkeer een open plek in de wachtrij maken. Dat is geen probleem, intussen is daar iedereen aan gewend. Ik verleen voorrang aan een tractor, die zijn milieuspul kwijt is en daardoor valt er uiteraard een gat in de wachtrij. Gelijktijdig komt er een vette Volvo rechts langs de rij, verleent uiteraard aan de tractor geen voorrang en pakt doodeenvoudig de ‘vrij gekomen plek’. Ergerlijk, want voorkruipen is niet leuk. Maar ja, moet je daarvoor uitstappen en een ‘gesprek’ beginnen? Komt er vervolgens een kleine Opel ook rechts langs de rij, stopt naast de Volvo, de ramen van beide voertuigen gaan naar beneden, men begint een gesprek. Ik denk nog: “Die gaat even vertellen dat voorkruipen onfatsoenlijk is”. Vervolgens laat de Volvo echter een gat in de rij vallen, waar de Opel snel induikt. Een keer is fout, twee keer maakt mij kwaad, dus ik stap uit en ga verhaal halen bij de Volvo. Raampje gaat naar beneden en op mijn vraag of men niet begrepen had dat iedereen normaliter achter in de rij aansluit, krijg ik van de bestuurster een waterval van kwaaie woorden, waaruit ik moet opmaken dat men de vrouw op de rechter stoel aan het helpen is met het wegbrengen van milieuspul, dat zij nog nooit op het park is geweest en dat er een plekje in de rij vrij was, “Toch!?”. “Of men niet zag dat er meerdere mensen in de rij stonden en dat de tractor bijna in hun zijkant zat?” “Huh?!?!” en het raampje gaat dicht. Dan maar eens vragen of de Opel het geheel ook op die manier interpreteert. En ja hoor, zo’n blond paardenstaart-ding gaf te kennen, terwijl haar blik op het telefoonscherm gericht bleef: “Dat men iemand aan het helpen was”. “Moet u daarom voorkruipen en met twee voertuigen op het park zijn, dat kan toch ook met één auto?”. “Ik heb u de zaak uitgelegd en daarmee basta!” en het raampje gaat dicht.

Nog een voorbeeld? Komt-ie. Afgelopen weekend heb ik als vrijwilliger geholpen bij IronMan Maastricht. Tijdens de opbouw moet er heel wat werk verzet worden, vrachtwagens laveren tussen kraampjes door, heftrucks slepen met materialen van links naar rechts. Tijdens zo’n sleeptocht met afzethekken, die in verband met de aanwezige materialen, heel hoog opgetild worden, sluipt een echtpaar voor de heftruck en onder de zware last door. Ik attendeer mevrouw hierop en vraag haar weg te gaan. In onvervalst Maastrichts: “Meen je nu dat ik ergens bang voor ben, jongen?” “Nee, mevrouw, maar als u iets overkomt, is de heftruckchauffeur wel zwaar de pineut, dus zou u a.u.b. aan de kant willen gaan?” “Ich gaon boe iech wil!” En dan de honderden keren dat men afzethekken aan de kant schuift (want hier loop ikke altijd), atleten de doorgang verspert (want ikke moet aan de andere kant van het terrein zijn) en ga zo maar door.

Kleine voorbeelden van de momenten dat de ego voor het algemeen gaat. Natuurlijk moet je af en toe je plek opeisen, moet je af en toe aan jezelf denken, maar besef wel dat anderen in je nabijheid zijn en als die hun plek opeisen, ben jij de pineut. Zoals moeder vanochtend nog zei: “Als we toch een beetje op elkaar letten en elkaar een beetje respecteren, dan zag het er allemaal heel anders uit”.