vrijdag 14 december 2012

Bult



Vanochtend, broodje kaas en kopje koffie op tafel, kijkend in de krant schrok ik me rot. Afgelopen woensdag is op een zandplaat even voor Texel een Bultrug aangespoeld, wij zijn nu bij vrijdag en de Bultrug ligt er nog steeds.

Ik schrik niet zo zeer, omdat deze zware jongen is aangestrand, ik schrik omdat hij er na drie dagen nog steeds ligt. Kunnen wij in Nederland, het land van de drooggelegde moerassen, het opgespoten land, de op het water terug veroverde landerijen, wereldberoemd om zijn baggerwerkzaamheden, bij vriend en vijand bekend om zijn dammen, dijken en stormkeringen, het enige land in de wereld met een watermanagement-prins, het land dat te hulp wordt geroepen als er ergens op de wereld een golf richting land koerst, het volk dat ’s zomers op het strand niets anders doet dan kuilen en sleuven graven, dat golven breekt en keert, kunnen wij nu niet zo’n visje terug brengen naar de omgeving waarin het zich veilig voelt? Ik zou zeggen bagger een sleuf, haal weg die zandplaat, laat je niet afschrikken door een paar ton vis, laat deze jongen niet dagen op die zandplaat liggen puffen en hijgen, verklaar hem niet voor dood, als hij twee dagen later nog leeft, bundel je waterkracht en sleep hem richting zee. Deze keer niet ‘Ik vecht en kom boven’, maar ‘Wij vechten en laten je weer zwemmen!’ Waar is de politieke partij met dierenleed in het vaandel? Blijft de dierenpolitie weg, omdat het niet duidelijk is of dit een geval van fout parkeren betreft? We staan erbij en kijken ernaar. Ik zie alleen maar kijkers, fotografen en zogenaamde deskundigen. 

Onze werkelijk deskundigen zitten met baggerschuiten in het buitenland, geulen graven voor zogenaamde mammoettankers, terwijl een van onze natuurlijke mammoeten op een Nederlandse zandplaat ligt te creperen. Nederland, waterland, land van tranen.

1 opmerking: