Vanochtend, broodje kaas en kopje koffie op tafel,
kijkend in de krant schrok ik me rot. Afgelopen woensdag is op een zandplaat
even voor Texel een Bultrug aangespoeld, wij zijn nu bij vrijdag en de Bultrug
ligt er nog steeds.
Ik schrik niet zo zeer, omdat deze zware jongen is
aangestrand, ik schrik omdat hij er na drie dagen nog steeds ligt. Kunnen wij
in Nederland, het land van de drooggelegde moerassen, het opgespoten land, de
op het water terug veroverde landerijen, wereldberoemd om zijn baggerwerkzaamheden,
bij vriend en vijand bekend om zijn dammen, dijken en stormkeringen, het enige
land in de wereld met een watermanagement-prins, het land dat te hulp wordt
geroepen als er ergens op de wereld een golf richting land koerst, het volk dat
’s zomers op het strand niets anders doet dan kuilen en sleuven graven, dat
golven breekt en keert, kunnen wij nu niet zo’n visje terug brengen naar de
omgeving waarin het zich veilig voelt? Ik zou zeggen bagger een sleuf, haal weg
die zandplaat, laat je niet afschrikken door een paar ton vis, laat deze jongen
niet dagen op die zandplaat liggen puffen en hijgen, verklaar hem niet voor
dood, als hij twee dagen later nog leeft, bundel je waterkracht en sleep hem
richting zee. Deze keer niet ‘Ik vecht en
kom boven’, maar ‘Wij vechten en
laten je weer zwemmen!’ Waar is de politieke partij met dierenleed in het
vaandel? Blijft de dierenpolitie weg, omdat het niet duidelijk is of dit een
geval van fout parkeren betreft? We staan erbij en kijken ernaar. Ik zie alleen
maar kijkers, fotografen en zogenaamde deskundigen.
Onze werkelijk deskundigen zitten met baggerschuiten in
het buitenland, geulen graven voor zogenaamde mammoettankers, terwijl een van
onze natuurlijke mammoeten op een Nederlandse zandplaat ligt te creperen. Nederland,
waterland, land van tranen.
Test
BeantwoordenVerwijderen