zondag 10 februari 2013

Rue de Avenue



Soms heb je woorden met de dezelfde schrijfwijze en totaal andere betekenis, maar we kennen ook woorden met een totaal andere schrijfwijze en toch dezelfde betekenis. ‘Sneeuw’ in het Limburgs is (eenvoudig fonetisch geschreven) ‘schnieje’, maar je kunt ook met een mes ‘snijden’ en dan schrijf je ook ‘schnieje’, maar je spreekt het ietsjes anders uit. Bij sneeuw is het een korte ie, bij snijden een lange ie. ‘Vol’ en ‘leeg’ schrijf je totaal anders, terwijl ze hetzelfde beschrijven, denk maar eens aan een glas dat half vol of half leeg is.

Iets dichter bij huis, het Franstalige gebied, kent men van die woorden, waarvan wij denken dat we het allemaal goed begrijpen. Vraag je iemand wat het verschil is tussen ‘rue’ en ‘avenue’, dan krijg je hoogstwaarschijnlijk als antwoord dat het allebei straat betekent, rue is dan een gewone straat en een avenue is een straat in een iets voornamere buurt. Na afgelopen zaterdag kan ik je vertellen dat er nog een verschil is, namelijk 17,5 kilometer! Hoezo? Het antwoord is simpel. Als je in Luik op zoek bent naar mooie designwinkel voor meubels in de Avenue de Huppeldepup en je geeft op het navigatiesysteem Rue de Huppeldepup in, dan kom je na een tocht á la Parijs-Dakar weliswaar op het ingegeven adres terecht, echter in een buurt waar je gezien de bestrating en bebouwing zeker geen designwinkel vindt. Na verandering van Rue in Avenue, ontdek je dat je 17,5 kilometer naar het Westen moet en dat je half Luik moet doorkruisen om de juiste bestemming te bereiken.

De designwinkel viel tegen, het aanbod was niet zo uitgebreid als we dachten en de door ons gezochte tafel was zo wankel dat we er geen glas drinken op durfden te presenteren, de inhoud lag geheid zeker op tafel. En afgezien van de vraag of een Rue een Avenue is of een Avenue ook een Rue kan zijn, kom je dan al snel bij het punt of het glas op tafel nu half vol of half leeg is?

dinsdag 5 februari 2013

Verdriet en Vreugde



Ik weet niet of je het al eens overkomen is, maar soms wordt een mens door een of andere omstandigheid overrompeld door een wereldomvattend verdriet. De ene keer is dit een verhaal van iemand, de andere keer kan dit zo maar gebeuren door iets wat je hoort of ziet.

Vandaag overkwam het mij op de terugweg van mijn werk op het moment dat ik langs het Amerikaans Militair kerkhof van Margraten reed. Het lag er troosteloos, grijs en ook weer imposant bij, de vierkante gedenktoren als een witte baken in de zwarte lucht, de Amerikaanse vlag strak in de gure wind. Als een kaakslag uit onverwachte hoek, raakte mij een diep verdriet. Hoeveel leed lag daar op die dodenakker, hoeveel mannen, vrouwen, echtgenoten, ouders, kinderen? Hoeveel hoop op een mooie toekomst en hoeveel dromen werden daar ooit begraven? In mij zwol een bijna ondragelijk gevoel van verlies. Aan de kant van de weg probeerde ik mijn gevoelens te doorgronden, waren het alleen de witte kruisjes daar in de verte of zat er ook een ander verdriet? Het verdriet van je eigen verlies? Je vader, beide schoonouders of iets minder dramatisch, het gevoel dat iedere dag je verder verwijderd van je jeugd? Het was natuurlijk allemaal waar, zo’n opwelling van overweldigend verdriet is een samenklontering van al dat grote en minder grote verdriet, een expansievat onder grote druk. Het beeld van al die witte stippen op die heuvel was op dat moment, in die seconde, de bekende druppel. Meteen kwam ook het besef dat er een verplichting op je rust, dat je alles uit je leven moet halen. Je bent het verplicht aan je zelf, aan je familie, vrienden en bekenden, maar ook aan die onbekenden op die Akker van Margraten. Natuurlijk, er zaten avonturiers bij, mannen en vrouwen die gingen voor de kick, maar ook kinderen die het politieke spel even niet konden doorgronden, het waren echter merendeels medemensen met de bedoeling om ons, onze vrijheid weer te geven. Zij riskeerden hun leven en gaven ons daarmee een kans te dromen, wij hebben daarmee de verplichting die dromen waar te maken.

Ik startte de auto en reed weer verder. De eerste sneeuwvlokken van februari werden door de ruitenwissen weggeveegd, de eerste huizen van het dorp naderden. Via de radio bracht de Limburgse troubadour Sjef Diederen ‘Geneet van ‘t Laeve’ ten gehore, een lied met een boodschap: vier het leven met een lach en een traan. Dat geldt ook voor de komende dagen, vol optochten, Vasteloavespekskes, mommebakkese, vreundschap, plezeer en ei lekker pilske. Alaaf Allemaol, maak er iets moois van.

Voor informatie over de Akker van Margraten klik hier

zondag 3 februari 2013

BMI



Een van onze vriendenclubjes bestaat bijna vier decennia. Een hechte groep, waarvan de clubavonden altijd gekenmerkt worden door het uitwisselen van de laatste nieuwtjes, inspirerende en adviserende gesprekken, een lach en een traan en dat alles onder een orkaan van lawaai. Het gilt, het lacht, het krijst waardoor je af en toe je eigen woorden niet meer verstaat. Klinkt misschien raar, maar het is altijd weer oer gezellig.

De leeftijd van het clubje houdt automatisch in dat de deelnemers ook bijna veertig jaar meer op de teller hebben. De gespreksonderwerpen veranderden niet veel in de loop van de tijd, er is echter één markant onderdeel toegevoegd, onze eigen lichamelijke gesteldheid. Dit onderwerp dreigde op een gegeven moment de hoofdrol te krijgen. Wij hebben toen een drastisch besluit genomen, de pijntje en kwalen komen pas na 23.00 uur op de agenda. Het onderwerp helemaal schrappen, was iets te veel van het goede, iedereen wilde toch zijn of haar fysieke ei kwijt (excusé le mot). Toen gisteren even na half twaalf, de ‘kwaaltjesdiscussie’ ten einde liep, kwam het vrouwelijk deel van het gezelschap met een zeer technische kreet op de proppen, de BMI. De mannen probeerden het onderwerp om te buigen naar snelle auto’s en computers, maar de BMI bleef in beeld. Om spraakverwarring te voorkomen werd BMI nog even uitgelegd: de Body Mass Index geeft de ‘verhouding’ weer tussen lichaamsgewicht en lichaamslengte. Opmerkelijk was dat de vrouwen zonder schroom hun lichaamsgewicht publiekelijk prijs gaven, de nood moet hoog zijn geweest. Iedereen kwam aan de beurt en bij een foute uitkomst was er altijd een serieus knikkend publiek aanwezig: “Ook jíj hebt een te hoge BMI!” De mannen pareerde de aanvallen met het feit dat de BMI-formule niet door Einstein was uitgevonden en dus niet als serieuze wetenschappelijk gegeven beschouwd mocht worden. Een argument dat door de vrouwen van tafel werd geveegd, iedere professioneel instituut dat zich bezig houdt met gewichtsbegeleidingsinstelling zou deze formule hanteren. Nou we zijn er gisteren niet geheel uit gekomen, iedereen had volgens de formule een te hoge BMI, dus iedereen moest aan zijn/haar lijn gaan werken.

Ik stel voor de BMI uit te breiden naar de SBMI, de Samenleving Body Mass Index. De formule van BMI (lichaamsgewicht delen door het kwadraat van de lichaamslengte) kun je gemakkelijk omvormen tot het totale gewicht van de partners te delen door het kwadraat van de bij elkaar opgetelde lichaamslengten. Aan de nieuwe uitkomsten moeten we even wennen, maar het heeft grote voordelen: is de uitkomst te hoog, dan moet je er samen iets aan doen, maar je kunt ook op zoek gaan naar een partner, die de uitkomst gunstig zal beïnvloeden.