maandag 31 oktober 2011

Chantant

Er zijn mensen, die komen uit het ‘hoge Noorden’ hier in het ‘Zuiden’ wonen en als je dan vraagt wat daar de reden van is, krijg je het simpele antwoord “Rust en stilte”. Een kostbaar goed dat blijkbaar in de grote stad moeilijk te vinden is. Het is er wel, maar in de stad is het altijd druk en stilte moet je zoeken, hier op het platte land is het net andersom, stilte is aanwezig en drukte moet je zoeken.

Daar zit dan ook de clou, hier moet je de drukte zoeken, tenminste als je dat zelf wil. Zaterdag was er een perfecte gelegenheid om de stilte even aan de kant te zetten. In de huiskamer van Gulpen, de Zwarte Ruiter, vond de zesde editie van het Café Chantant/Open Podium plaats. Een evenement dat plaats vindt in het weekend van de zomer- en wintertijdwisseling of vice versa en deze gedwongen tijdsprong aangenaam maakt, een streling voor het oor, een massage voor de geest. Samen met vrienden, kennissen en andere chantant-liefhebbers, onder het genot van een drankje, luisteren naar plaatselijke muziekanten. Dat plaatselijk mag je best een beetje breed interpreteren, ook buitenlandse notenspelers zijn van harte welkom. Zang en instrumentaal, klassiek en modern, zacht en hard, zowat alle genres passeren de revue. Is alles perfect en professioneel? Zeker niet, maar mijn hart wordt gestolen, als een jonge meid piano speelt en met haar spel een sfeer van Philip Glass tevoorschijn weet te toveren. En de bewondering wordt alleen maar groter als zij, bol van de zenuwen, een paar noten mist, maar haar spel na een korte onderbreking weer oppakt en het stuk tot een goed einde brengt. Chapeau! Ook de meezinger was van de partij en het wordt helemaal charmant als ‘Wat zullen we drinken’ met een Duitse tongval wordt gezongen. De afsluiting was er eentje om naar huis te schrijven, een gevoelige uitvoering van ‘Perfect Day’ van Lou Reed. Perfecto!

Daarna weer rust en stilte, na een avond vol muzikale klanken, was het lekker thuis komen en je verheugen op een uurtje langer slapen. Volgend voorjaar moeten we deze tijdwinst dan terug betalen, hopelijk wordt de pijn weer verzacht door een nieuwe editie van Café Chantant.

zondag 30 oktober 2011

Design

Het mooie van design is dat het niet altijd handig en bruikbaar hoeft te zijn. Het ontwerp moet betoveren, moet mensen aan het denken zetten, moet inspireren. Tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven waren er weer een groot aantal interessante en mooie zaken te zien, regelmatig zag je mensen elkaar aan de mouw trekken, wijzen, glimlachen of verbaasd staan kijken. Vaak gecombineerd met uitspraken als:  “Hoe kom je er op?”, “Dat zou ik zelf ook kunnen!” of “Wat sjiek!” Aangezien het aanbod weer enorm was, is er altijd wel iets van je gading te vinden en hoef je niet veel aandacht te besteden aan zaken, welke jou niet bekoren.

Stoelen, lampen, handig spul voor op het aanrecht, een gelaste badkuip, sieraden, noem het maar op. Designers houden zich overal mee bezig. En soms is het gekke niet gek genoeg, want wat moet je nou met een wand, behangen met plastic zakken met daarin gemalen voorwerpen. Eerst raden wat het originele voorwerp was en daarna de streepjescode op de zak scannen om te kijken of je gelijk hebt? Of wat dacht je van een levensgroot kussen als afdak? Het ziet er allemaal fantastisch uit, de toepasbaarheid is soms minder. Maar daar gaat het ook niet over, de gepresenteerde voorwerpen  moeten fascineren en inspireren, blij maken en aan het nadenken zetten. Zie het als een schilderij in een museum, in feite dient zo’n doek met wat verf nergens toe, het moet echter bekoren, vrolijk en gelukkig maken, fascineren en inspireren, als het je maar gelukkig maakt.

Tijdens zo’n festiviteit is het dan een week lang genieten. Vreemd vond ik sommige toegangsprijzen. Tien euro om toegang te krijgen tot de Graduationshow 2011, waarin de Design Academy Eindhoven de afstudeerprojecten presenteert, vind ik geen topidee. Lijkt me ook niet leuk voor de afstudeerders, die zich toch zo breed mogelijk willen presenteren. 
Kruiwagen-lamp
Schep-lamp

Boekenkast
Kussen-afdak
Wand met Gemalen voorwerpen
Interieur Strijp-S Stoelenpresentatie

woensdag 26 oktober 2011

Koeien


Op een of andere manier kwam in de pauze het gesprek op natuur en de mens. De gedeelde mening was dat de moderne mens in het algemeen, maar kinderen uit de stad in het bijzonder, nauwelijks weten wat voor dieren er zijn, hoe ze leven en hoe hun relatie met de mens is. Voorbeeld was natuurlijk het stadskind dat in de polder een koe ziet staan en aan haar ouders vraagt welk dier dat dan wel is?

Misschien niet het juiste voorbeeld, maar wij waren het eens over de kern van de zaak. De moderne mens, uitzonderingen natuurlijk daargelaten, heeft geen feeling meer met de natuur. Terwijl vroeger de mens naar de hemel staarde, naar de dieren luisterde en planten bestudeerde om te zien welk weer er in aantocht was, kijkt men tegenwoordig naar ‘de weerapp’ op de supermoderne persoonlijke digitale assistent om te ontdekken dat er over een uurtje neerslag van wel van 3 mm te verwachten is. Enige bezorgdheid werd ons deel.

Het gevaar van natuurverwijdering werd mij heel duidelijk op de weg naar huis, toen ik langs het bejaardenhuis (sorry, dat het tegenwoordig verzorgingstehuis) reed en op het gazon een koe en een kalf zag staat. Ondanks deze natuurlijke voorziening kan het maaien van het gras echter niet achterwege blijven, moederkoe en kalfkind waren namelijk van plastic. Wat zullen de kinderen nu denken die straks bij opa of oma op bezoek komen? In het gunstigste geval weten ze dat het kunst betreft en hopen zij dat opa of oma dit ook nog beseffen, in het ongunstigste geval zullen ze vragen of die grasmachines op batterijen lopen.

maandag 24 oktober 2011

zondag 23 oktober 2011

Zita Swoon Group

Bracht het bezoek van zaterdagmiddag mij aan de achterkant van de coulissen, zat ik enkel uurtjes later aan de voorkant. Een voorstelling van de Zita Swoon Group zorgde er voor dat ik even vergat, hoeveel werk het optuigen van een bühne kost.

Toen ik begin dit jaar de eerste aankondiging zag van een concert van de Zita Swoon Group, stond meteen vast dat ik daar heen zou gaan. De toevoeging ‘Group’ was wel een beetje vreemd, want Zita Swoon was mij bekend als een van die goeie Belgische bands. Alle twijfel werd weggenomen, toen ik zag dat het een samenwerking betrof tussen Zita Swoon en een aantal muzikanten uit Burkina Faso. Belgische pop gemengd met Afrikaanse ritmes, dan kon niet missen. Het was een goede keuze, de mix van ‘westerse’ muziek met de ‘West-Afrikaanse’ ritmes, bracht je in hogere sferen. De ene keer wiegend, de andere keer rockend, maar altijd swingend. Hierbij was een hoofdrol weggelegd voor de balafon (een Afrikaanse versie van de xylofoon), die bespeeld werd door de ietwat schuchtere Mamadou Diabaté Kibiéde. De zang en uitbundige dans van Awa Démé mag hierbij zeker niet onvermeld blijven, net zoals het spel en de zang van Stef Kamil. Spreekt voor zich dat het geheel niet werkt als de andere muziekanten, Simon Pleysier (Gibson SG, akoestische gitaar, banjo), Kapinga Gysel (klokkenspel, harmonium, zang), Amel Serra Garcia (percussion), Karen Willems (cocktaildrums) en Christophe Albertijn (bass gitaar), niet over dezelfde kwaliteiten beschikken.

Geweldig om te zien hoe de 130 aanwezige toeschouwers bijna twee uur lang gefascineerd werden door top muziekanten en hun muziek. Twee uur later stond ik buiten, in de Limburgse kou, maar met een hart vol warme kleurrijke ritmes.
Zita Swoon Group

zaterdag 22 oktober 2011

Vriendendag


Natuurlijk voor eigen gewin, maar ook een beetje voor de culturele ontwikkelingen in de regio ben ik vorig jaar vriend geworden van Parkstad Theaters Limburg. Hiermee steun ik de theaters van Heerlen en Kerkrade en ik kan als eerste keuzes maken voor aanvang van het theaterseizoen. Een ander voordeel is dat ik mag deel nemen aan diverse extra activiteiten, zoals vandaag de vriendenrondleiding in het theater van Heerlen.

Op die manier kun je eens kennis maken met het gebouw en de techniek achter de coulissen en dat is indrukwekkend. Diverse technische snufjes maken van het gebouw een unieke podium, want veel van de techniek is in geen ander theater in Nederland te vinden. Fascinerend is de dertig meter hoge toren, waarin aan een grote hoeveelheid stangen decorstukken en lampen hangen. Indrukwekkend zijn de enorme vijzels, die podiumstukken omhoog en omlaag kunnen tillen. Verbazingwekkend de tijd die nodig is om een klankkast te bouwen, als het Limburgs Symfonie Orkest komt spelen. Liefst tachtig uur is men bezig om die kast op te bouwen en vervolgens weer af te breken en op te bergen. Uniek zijn de vrachtwagenliften, waarmee trucks van vet veertig ton een etage hoger getild worden. Een welhaast ongelooflijk aantal van honderd en tien mensen is in de weer om er voor te zorgen dat alles op rolletjes loopt. En dat laatste moet je ook letterlijk nemen, want alles wordt vervoerd op rollen en wielen, niets wordt gesjouwd of gedragen. 

Een geweldige ervaring om te zien hoe een en ander achter de coulissen verloopt. Vanaf nu is voor mij geen theaterbezoek meer als voorheen. Ik realiseer me dat het heel veel inspanning kost, om mij als toeschouwer in de zaal te laten geloven, dat een voorstelling presenteren heel eenvoudig is. 
Kleed-/schminkruimte
Vijzels
Laadperron
Trappen Limburgzaal
Vloerbedekking

Klankkast

Weetjes

Stond laatst in de krant: Als je een dag gelukkig wil zijn, drink een stuk in je kraag. Als een jaar gelukkig wilt zijn, denk eens aan trouwen. Wil je een leven lang gelukkig zijn, ga tuinieren. Waarschijnlijk een uitspraak van een dronken tuinman met huwelijksproblemen.

Toeval bestaat niet zegt de een, terwijl de ander heilig in toeval gelooft. Vermoedelijk is toeval van toepassing op iets dat je toevallig toe valt.

Recycling heeft helemaal niets met fietsen te maken. 

Donner is verveeld over geruchten dat hij vice-voorzitter van de Raad van State wordt. Volgens hem kletst een van zijn interviewers uit zijn nekhaar. En ik vind uit de nek kletsen al zo moeilijk.

Wij, Nederland, moet hartstikke blij zijn met de werkelozen. Volgens het programma ‘de Rekenkamer’ zakt de productiviteit met een derde als er geen werkelozen zijn. Er is dan namelijk geen prikkel om hard te werken. We missen op die manier dan al snel 200 miljard Euro. Aangezien de werkeloosheid ons gemiddeld 12 miljard Euro kost, besparen we hierdoor een flinke duit.

zondag 9 oktober 2011

King's Speech

Als Albert George, Bertie voor vrienden, door onvoorziene omstandigheden, vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, Koning van Groot Brittannië wordt, heeft hij een groot probleem. De toespraken zijn een ramp, want hij stottert en daardoor vallen er enorme stiltes. En dat in een periode waarin radio steeds meer uitgroeit tot hét communicatiemedium. Er volgen vele oefensessies en even zoveel problemen met zijn spraakcoach Lionel Logue. De climax van de film vormt de radiotoespraak, waarin Bertie als koning George IV, het Britse volk en de troepen steunt en een hart onder de riem steekt, nadat Groot Brittannië de oorlog heeft verklaard aan Duitsland. Na een wat aarzelend begin, doe hij dat erg goed. In de nabespreking van de speech zegt Logue dat Bertie bij de ‘w’ nog wat stotterde, waarop Bertie antwoordt dat het niet erg was, want zo hoorde het volk, dat hem kent als stotteraar, tenminste dat hij het was.
Een prachtige film met ontroerende en komische momenten en dat alles in de prachtige Heuvelland Bios Klooster Wittem. Soms leek het alsof de zaal een onderdeel van de film vormde. Een indrukwekkende ervaring.


Heuvelland Bios Klooster Wittem

Het Alfabethuis

Sinds geruime tijd ben ik verslaafd aan thrillers uit het hoge Noorden. Samen met een collega deel ik de passie voor het lezen van spannende verhalen, geschreven door Scandinavische schrijvers. Menigeen zal dan denken aan Henning Mankell en Stieg Larsson, er is echter meer, veel meer.

Buiten genoemde auteurs is een van mijn favorieten de Deense schrijver Jussi Adler-Olsen. Zijn vier boeken uit de Serie Q zijn juweeltjes en het is wachten op het vijfde boek, dat in januari 2012 in de winkel zal liggen. Intussen heb ik een ander boek van hem gelezen, Het Alfabethuis, weer eentje dat onder je huid kruipt. Ondanks de waarschuwing van de schrijver, denk je eerst dat het een oorlogsroman is, later merk je dat het gaat over in de steek laten, verdriet en volharden. Twee Engelse piloten worden tijdens een geheime missie boven Duitsland neergeschoten. Zij overleven de crash en weten aan de achtervolgers te ontkomen door op een trein te springen, die vol ligt met gewonde soldaten. Zij nemen de plaats in van twee van hen en belanden uiteindelijk in een psychiatrisch ziekenhuis ergens in de buurt van Freiburg. En dan begint het verhaal van gezonde mensen, die proberen te overleven in een wereld van medicamenten, elektroshocks en experimenten. Het is echter ook een wereld van bedreiging en mishandeling door ‘medepatiënten’, want vele hoge Duitse officieren proberen de oorlog te overleven door te simuleren dat ze ‘knettergek’ zijn. En om te voorkomen dat ze door andere simulanten verraden worden, heerst er onderling een sfeer van wantrouwen, geweld en onderdrukking. Uiteindelijk weet een van de twee piloten, vlak voor de bevrijding, te ontvluchten. Ondanks zijn herstel en zijn geslaagde terugkeer in de maatschappij, lijdt hij enorm onder het gevoel, dat hij zijn collega en vriend tijdens zijn vlucht vergeten is. Een jarenlange zoektocht volgt, die uiteindelijk succesvol is.

De centrale vraag in het boek is of een gezond mens jarenlang kan simuleren geestesziek te zijn en of het mogelijk is binnen die wereld te overleven? Realiteit of fictie, mogelijk of onmogelijk? Het is in elk geval een fascinerend onderwerp, dat door de schrijver tot een indrukwekkend en spannend verhaal is gekneed. En dat Jussi Adler-Olson heeft moeten kneden is duidelijk, als je de zes pagina’s appendix en bronvermelding ziet. Een aanrader.

woensdag 5 oktober 2011

Zic Zazou

Daar zit muziek in, een uitspraak die klinkt als een klokje. Zic Zazou, een groep Franse kunstenaars bewijst met hun voorstelling dat het geen loze woorden zijn. Niet alleen 'daar', maar overal zit muziek in. 

Afgelopen vrijdag 30 september speelden Zic in het Theater in Heerlen. Als toeschouwer kijk je naar een werkplaats, waar een aantal in blauwe overall gestoken mannen bezig is met allerlei werkzaamheden, de ene schuurt, de ander timmert, een derde zit versuft te wachten op de lunchpauze. Uit al die bezigheden ontstaat bij een van hen spontaan een ritme. Steeds meer werknemers nemen vanuit hun werkzaamheden deel aan de sessie met het gereedschap dat men toevallig in handen heeft. Fles, flex, boor, pvc-buis, pan, stoel, het maakt allemaal niet uit. Zo ontstaat er uiteindelijk een totale symfonie. Soms werd het orkest uitgebreid met een echt instrument, verrassend was dat men ook een filmpresentatie en de zang niet schuwde. 

Een prachtige en uitdagende voorstelling, die verleidt om elk voorwerp eens als instrument uit te proberen. Want dat is de boodschap: overal zit overal muziek in, Zic Zazou is daar het levende bewijs van.

Zic Zazou op YouTube