Op een of andere manier kwam in de pauze het gesprek op natuur en de
mens. De gedeelde mening was dat de moderne mens in het algemeen, maar kinderen
uit de stad in het bijzonder, nauwelijks weten wat voor dieren er zijn, hoe ze
leven en hoe hun relatie met de mens is. Voorbeeld was natuurlijk het stadskind
dat in de polder een koe ziet staan en aan haar ouders vraagt welk dier dat dan
wel is?
Misschien niet het juiste voorbeeld, maar wij waren het eens over de
kern van de zaak. De moderne mens, uitzonderingen natuurlijk daargelaten, heeft
geen feeling meer met de natuur. Terwijl vroeger de mens naar de hemel staarde,
naar de dieren luisterde en planten bestudeerde om te zien welk weer er in
aantocht was, kijkt men tegenwoordig naar ‘de weerapp’ op de supermoderne
persoonlijke digitale assistent om te ontdekken dat er over een uurtje neerslag
van wel van 3 mm te verwachten is. Enige bezorgdheid werd ons deel.
Het gevaar van natuurverwijdering werd mij heel duidelijk op de
weg naar huis, toen ik langs het bejaardenhuis (sorry, dat het tegenwoordig
verzorgingstehuis) reed en op het gazon een koe en een kalf zag staat. Ondanks
deze natuurlijke voorziening kan het maaien van het gras echter niet achterwege
blijven, moederkoe en kalfkind waren namelijk van plastic. Wat zullen de kinderen nu denken die straks
bij opa of oma op bezoek komen? In het gunstigste geval weten ze dat het kunst
betreft en hopen zij dat opa of oma dit ook nog beseffen, in het ongunstigste geval
zullen ze vragen of die grasmachines op batterijen lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten