zondag 29 december 2013

Tweeënveertig



Tweeënveertig jaar geleden, om ongeveer 10 uur ’s avonds, deelden mijn lief en ik onze eerste kus. Een hele tijd geleden, bijzonder is dat we elkaar nog steeds lief vinden. Soms is het hier en daar wat minder, maar vaak ook veel meer.

Dat kan ook niet anders want in die tweeënveertig jaar is er ontzettend veel gebeurd. Niet dat we alles op dezelfde manier en in dezelfde stijl zouden overdoen, maar al met al zijn we toch een vette tijd bij elkaar. Wij zijn met elkaar getrouwd, hebben kinderen gekregen, hebben hun vriendinnetjes en vrienden zien langskomen en blijven, hebben zelf vrienden gevonden, zijn ook vrienden verloren, hebben in diverse banen gewerkt en zijn ouders kwijt geraakt. Dit alles zet natuurlijk stempels op levens en ieder gaat daar op zijn eigen manier mee om. Soms proberen we terug te kijken en dan zie je dat iedereen gebeurtenissen op z’n eigen manier beleeft en verwerkt. Een voorbeeld hiervan maakte ik enkele uurtjes geleden mee. Terug van een korte wandeling rond ons dorp, schoot ons te binnen dat we ons vandaag, exact vandaag, tweeënveertig jaar geleden een eerste kusje hadden gegeven. Nu nog menen wij ons de gevoelens van toen precies te herinneren, gevoel zit in je bloed en als de tintelingen over je rug lopen, is het een goed gevoel en dan is de herinnering waar. Pratend over dat gebeuren, kwamen we in discussie over de plek waar het gebeurd was en op welke gelegenheid. We waren het eens over de gelegenheid, het was namelijk de ‘oudejaarsspeurtocht’ van het Jeugdwerk. Daarna liepen de meningen uiteen, de plek van de eerste kus stond ter discussie, ieder had z’n eigen plekje in gedachte en ook de gewandelde route was anders, zelfs de richting van de wandeling was precies tegengesteld. En voordat de foute conclusies worden getrokken: het is nog steeds hetzelfde meisje! Mijn conclusie is dan ook dat ieder op z’n eigen manier beleeft, verwerkt en onthoudt. Mogelijk heeft de kus toen de omgeving tot een bijzaak verschrompeld, zeker is in elk geval dat het proces na tweeënveertig jaar nog steeds in volle gang is. En dat met alle hoogten en dalen.

Ik stel voor nog een vet aantal jaren door te gaan, mogelijk worden we het dan eens over de plaats van de eerste kus en de richting van de wandeling. Anderzijds is dit helemaal niet belangrijk, de eerste kus heeft geleid tot heel veel mooie dingen, dat is het allerbelangrijkste, dat telt.

dinsdag 24 december 2013

Het sociale internet



Als je het in de tijd van de mensheid bekijkt, is internet een eendagsvlieg, eigenlijk nog minder dan dat. Een eendagsvlieg, die binnen een halve seconde tegen de vliegenmepper is opgevlogen. Jong dus, internet is heel jong. Toch is het een fenomeen, dat onze leefomgeving sterk beïnvloeden, waarschijnlijk meer dan we nu beseffen.

Lange tijd hebben we ons op dit nieuwe medium veilig gewaand, een simpel bericht van een ‘klokkenluider’ (wat een analoge uitdrukking) plantte ons weer met beide benen op de aarde. Weinig is nog veilig op het internet, alles wat je er op doet of plaatst, is door anderen te zien of  te lezen en in het foute geval, zijn die anderen niet je vrienden. Tot zo ver de slechte zaken in samenhang met internet, er zijn ook mooie dingen te melden. Neem nou de gedachte dat internet ons minder sociaal maakt, dat we steeds vaker met een beeldschermpje voor onze neus zitten, in onze eigen wereld kruipen en de mensen om ons heen vergeten. Hierdoor zou het elkaar eens diep in de ogen kijken of het tête-à-tête met elkaar de dialoog bedrijven, sterk verminderen en wij uit elkaar groeien. Het schrikbeeld daarbij is dat we straks alleen nog maar via de digitale snelweg met elkaar communiceren. Er zijn echter ook ontwikkelingen met onverwachte positieve gevolgen. Neem nou het internetwinkelen, wij bestellen via een website en laten het product lekker thuis bezorgen. De pakketdiensten zijn ons hier zeer dankbaar voor, want zij barsten van het werk. Regelmatig past het product niet in de brievenbus en treffen zij niemand thuis, de economische ontwikkelingen dwingen mensen vaak met z’n tweeën te werken. De bezorger mag het pakketje natuurlijk niet voor de deur laten staan, er zijn asocialen die deze pakketten verzamelen. Dus stroopt hij/zij de huizen in de nabijheid af, om te zien of daar wel iemand thuis is. Daar wordt het pakketje dan in bewaring gegeven. Thuisgekomen vindt je in je analoge of digitale brievenbus het bericht, dat het pakketje is bezorgd op huisnummer x in jouw straat. Aangekomen op genoemd adres ontstaat daar plotsklaps het sociale element van internet: je komt bij mensen aan de deur, waar je al lang niet meer of mogelijk nog nooit geweest bent. Er volgt een gesprek, een afspraak om hun toekomstig pakje bij jouw te komen halen, mogelijk zelfs een uitnodiging voor een borreltje.

Internet lijkt dan ook sterk op de analoge maatschappij. Zeker zijn er negatiever zaken, er is kommer en kwel, leugen en bedrog, maar er zijn ook leuke zaken en het is aan ons om daar de juiste en positieve onderdelen uit te halen.

zondag 8 december 2013

Ruimte



Volgens een populair gezegde, is je thuis waar je hart is. Ik geloof dat dit waar is, ik moet echter ook constateren dat heel veel mensen hun hart thuis laten en zich buitenshuis niet thuis voelen, want ze gedragen zich niet als zodanig.

Vaak moet ik constateren dat mensen, als ze over de drempel van hun huis stappen, iets vergeten, iets niet meenemen. Op locaties buitenshuis, zoals straat, camping, café, supermarkt of werkomgeving, gebeuren dingen, waarbij ik me afvraag of de veroorzaker dit gedrag thuis ook vertoont? Ik vermoed dat zij hun thuis verlaten, menen dat alles buiten hun eigen vier muren van iemand anders is en zij er dus geen rekening mee hoeven te houden. Voorbeelden genoeg: gebruikte drink- en eetgerei niet terug zetten op afgesproken plaats (daar hebben we toch bodes voor), toiletten niet doortrekken (daar hebben we schoonmakers voor), het lege flesje/blikje/verpakking laten vallen (dat is voor de gemeentelijke schoonmaakdienst), hondenkeutels laten liggen (die wachten op de mensen zonder hond), verkeersregels totaal negeren (die zijn voor die slechte chauffeurs), enzovoorts.

Om dit op een of andere manier een klein beetje te reguleren, hebben wij allerlei regeltjes bedacht. Daar bedenken we vervolgens uitzondering bij, die dan weer voor bijna iedereen gelden. Deze regels zijn echter helemaal niet nodig als we elkaar respecteren,  de vrijheid gunnen en elkaar het leven niet zuur maken. Dan heeft rechts altijd voorrang, neem je de lege verpakkingen gewoon weer mee naar huis (leeg zijn ze trouwens een stuk lichter), dan parkeer je daar waar anderen er geen last van hebben, dan reserveer je ’s morgens geen ligbed aan het zwembad (je komt toch pas ’s middags).

Ik denk dat het veel gemakkelijker wordt, geen ergernissen over andermans gedrag, rekening houden met de ander, want als je een beetje ruimte geeft aan de ander, creëer je heel veel ruimte voor jezelf en voelt het op heel veel plaatsen als thuis.

zondag 29 september 2013

Vooruitgang



De wereld verandert in snel tempo. Nieuwe ontwikkelingen komen snel, voor korte of langere tijd, verdwijnen soms als sneeuw voor de zon. Hoe dan ook, ze veranderen de wereld. Zoals Bram Vermeulen ooit zong: “Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde. Door het verleggen van die ene steen, kan de stroom nooit meer dezelfde weg gaan”.

Een tijdje terug ging onze oudste dochter en haar lief op reis, Midden Amerika was het doel. De reis verliep in eerste instantie niet zoals gepland, het plotselinge overlijden van opa riep hen terug naar huis. Op dat moment zijn de technische ontwikkelingen op het gebied van communicatie een welkome vooruitgang. Met telefoon en internet was contact leggen nog steeds moeizaam, maar wel mogelijk. Uiteindelijk hebben ze de thuisreis snel kunnen regelen, waren op tijd voor de begrafenis en hebben na moeilijke afwegingen hun reis door het onbekende kunnen hervatten.
 
Na afloop van hun reis werd ik bij hun thuiskomst verrast met een cadeautje, een handgemaakte briefopener. Handwerklieden hadden uit diverse houtsoorten dit gebruiksvoorwerp vervaardigd en er vervolgens een felgekleurde papagaai op geschilderd. De opener ligt onder handbereik bij mijn pc. Ik weet haast zeker dat je de redenen voor het cadeau mag zoeken in de sfeer van ‘denken aan thuis’, maar ook dat het voorwerp authentiek en stimulerend voor de plaatselijke economie moet zijn, je komt tenslotte vanuit Midden-Amerika niet thuis met een voorwerp ‘made in China’. Toen ik vanochtend de briefopener weer eens ter hand nam, overviel mij een gevoel van tegenstelling. Ik gebruik die opener namelijk steeds minder, want mijn correspondentie wordt meer en meer digitaal. Het gebruiksvoorwerp verliest dus langzaam zijn functie, zijn bestaansrecht, waardoor de vakmensen in verre landen, in dit geval Costa Rica, geen briefopener meer hoeven te maken. Op zo’n moment heb ik moeite met onze vooruitgang. Aan de andere kant ben ik blij met de technische vooruitgang, want moeder van 90 jaar gebruikt de pc iedere dag, waardoor haar leefwereld enorm in omvang is toegenomen.

Wij hebben dan ook vaak geen keuze. Wij sturen meer e-mails en minder brieven, waardoor briefopeners uiteindelijk niet meer nodig zijn. Misschien moeten de handwerklieden in Costa Rica computermuizen met felgekleurde papagaaien beschilderen? Een ding is zeker: Door het verleggen van een steen, zal een stroom nooit meer dezelfde weg gaan!

woensdag 24 juli 2013

Mieren




De zomer is een mooie tijd, zonnetje op je lijf, terrasje pakken, rondje fietsen en genieten van het buitenleven. Af en toe een hittegolf, mogelijk gevolgd door een onweer, maar in het algemeen is het goed uit te houden. Toch zijn er ook minder leuke onderwerpen, zoals de vervelende beestjes.

Sinds enige tijd heb ik last van mieren, niet dat ze mij lijfelijk bedreigen, maar ze lopen door mijn huis. In de kelder komen ze ergens uit een heel klein gaatje, lopen via de keldergang en de trapboom naar de woonverdieping, dwars door de keuken en verdwijnen daar onder het aanrecht. Een peloton loopt heen, het andere terug. Ik heb ze uitvoerig geobserveerd en constateer dat ze elkaar op heen- en terugweg altijd even begroeten en vermoedelijk informatie uitwisselen. Voor zover ik zie, vervoeren ze niets, tenminste niet iets wat voor mij zichtbaar is, in mijn optiek lopen ze alleen heen en weer. Op zich is het een interessant fenomeen, kleine beestjes, die met grote snelheid immense afstanden overbruggen en dit  zonder moeite dagen lang volhouden. Transporterend Nederland zou er een voorbeeld aan moeten nemen.  Maar het is ook irritant en ik heb ze dan ook de oorlog verklaard. Diverse middelen heb ik reeds ingezet, kokend water, azijn, peper, het mierenlokdoosje laten ze gewoon links liggen en in een soort tapdansseance heb ik een colonne van 400 stuks vertrapt. Steeds weer meen ik de slag te winnen, maar de oorlog gewonnen? Nee, na mijn frontale aanvallen wordt het even stil op de aan- en afvoerlijn en als ik dan na mijn vreugdedansje op het slagveld terugkeer, is de transportlijn weer volledig hersteld, groeten zij hun overleden kameraden en gaan met volle snelheid gewoon weer door.

Ik heb inmiddels het gevoel dat ik deze strijd niet ga winnen en mijn irritatie verandert intussen in bewondering. Vanmorgen stapte ik in de keuken zelfs met veel respect over de colonne heen om vooral niemand te bezeren. Gekker moet het natuurlijk niet worden, ik wil best rekening houden met de natuur, in dit geval een mierenkolonie, maar dan wel buitenshuis. Helaas ben ik op dit moment door mijn strijdmiddelen heen en beraam mij op mijn volgende actie. Voor oplossingen ben ik altijd bereikbaar.